Rosé uit Frankrijk of Italië

Twee zonnige stijlen, één heerlijke zomerse keuze

Roséwijn is al lang niet meer alleen voor op het terras. Van licht en verfijnd tot fruitig en kruidig – rosé komt in veel stijlen. Vooral Franse rosé en Italiaanse rosé zijn populair, maar verschillen duidelijk in karakter. In deze blog ontdek je hoe ze zich tot elkaar verhouden en welke het beste bij jouw smaak past.

Franse rosé: licht, elegant en subtiel

Frankrijk, en dan met name de Provence, wordt vaak gezien als de bakermat van rosé. De wijnen zijn bleekroze van kleur, verfijnd van smaak en verfrissend droog. Aroma’s van citrus, rood fruit en een vleugje kruidigheid komen veel voor. Franse rosé is perfect als aperitief, bij salades, schaal- en schelpdieren of gewoon op een zonnige middag. Je herkent ze aan hun elegante stijl en minerale frisheid.

Italiaanse rosé: iets krachtiger en fruitiger

Italiaanse rosé, lokaal vaak rosato genoemd, is doorgaans iets dieper van kleur en expressiever in smaak. Denk aan rijpe aardbeien, kersen en florale tonen. De stijl varieert per regio, maar is vaak iets voller dan zijn Franse tegenhanger. Toch blijven ze meestal droog van smaak, en zijn ze heerlijk bij mediterrane gerechten, pasta met zeevruchten of gegrilde groenten.

Welke rosé past bij jou?

Hou je van lichtvoetige, frisse en elegante wijn? Dan is Franse rosé jouw perfecte metgezel. Ben je meer fan van rond, fruitig en iets expressiever? Probeer dan zeker een Italiaanse rosé. Beide zijn veelzijdig, dorstlessend en een genot bij zomerse gerechten – of gewoon als glas op zich.

Het mooie aan rosé is dat je het niet verkeerd kunt doen: probeer verschillende stijlen, ontdek je favoriet en laat je verrassen door de veelzijdigheid van deze roze klassieker.

Terug naar blog