Het verschil tussen Pinot Noir en Merlot
Share
Twee rode klassiekers, maar totaal verschillend
Wie graag rode wijn drinkt, stuit al snel op twee grote namen: Pinot Noir en Merlot. Beide druiven hebben wereldwijd hun plek veroverd, maar verschillen flink in stijl en beleving. De een is licht en verfijnd, de ander zacht en rond. In deze blog ontdek je de belangrijkste verschillen én waar je moet zijn om jouw favoriet te vinden.
Pinot Noir: elegant en lichtvoetig
Pinot Noir is geliefd om zijn delicate structuur en subtiele aroma’s van rood fruit zoals kers, aardbei en framboos. De tannines zijn doorgaans mild en de kleur van de wijn is vaak lichter dan je van rood gewend bent. Pinot Noir komt het best tot zijn recht in koelere klimaten zoals Bourgogne, Oregon of delen van Duitsland – waar de druif ook wel Spätburgunder wordt genoemd. Deze Duitse variant is vaak iets fruitiger en toegankelijker, maar behoudt diezelfde verfijnde stijl.
Merlot: soepel en vriendelijk
Merlot is het toonbeeld van een toegankelijke rode wijn. Zacht van structuur, met smaken van pruim, zwarte bes en soms wat chocolade of kruiden. De wijn heeft wat meer body dan Pinot Noir, maar blijft soepel en rond. Merlot groeit goed in warmere klimaten zoals Bordeaux (waar het vaak geblend wordt), Chili of Californië. Het is een ideale instapwijn voor wie net begint met rood, maar ook interessant voor wie houdt van fluweelzachte texturen.
Welke kies jij?
Ben je op zoek naar een lichte, verfijnde wijn die je ook licht gekoeld kunt drinken? Dan is Pinot Noir (of Spätburgunder) jouw druif. Liever iets voller en ronder, zonder dat het zwaar wordt? Dan is Merlot een uitstekende keuze. Beide passen goed bij lichte gerechten zoals kip, gegrilde groenten of een borrelplank.
Het loont om beide stijlen eens naast elkaar te proeven. Want hoewel ze duidelijk verschillen, hebben ze één ding gemeen: ze zijn allebei ontzettend fijn om van te genieten – ieder op hun eigen manier.